Aanbouw De Leumolen heeft een aanbouw. De uitbreiding lijkt in twee fasen te zijn doorgevoerd, later zijn aangepassingen aangebracht. Begin 19e eeuw Een kaart van het kadaster uit de periode 1811-1832 laat een rechthoekige plattegrond van de Leumolen zien met een uitstulping aan de achterkant die lijnt met de korte kant van de molen. Het geheel vormt de letter L. De uitbouw is aangebracht nadat de Leumolen in 1773 in steen is opgetrokken want er is een metselnaad aanwezig. Een kaart van het kadaster uit 1843 toont dat de aanbouw later over de hele lengte van de molen is doorgetrokken waardoor de molen in plattegrond nu vierkant oogt. N.B. Onder de noemer 1811-1832 zijn o.a. de kaarten gerubriceerd van de gemeenten rondom het Leudal. Op de kaart van Haelen staat het jaartal 1818, een indicatie voor de opmeting in de andere gemeenten. In 1828 heeft eigenaar Wagemans een aanvraag gedaan om de graan- en oliemolen uit te breiden met een pelmolen. Waarschijnlijk is toen het gebouw uitgebreid en is de pelmolen in de aanbouw geplaatst. De molen heeft geen tweede waterrad gekregen, op de kaart uit 1843 staat één rad ingetekend. Dat betekent dat zowel de graanmolen als de oliemolen als de pelmolen door hetzelfde rad aangedreven werden en vermoedelijk niet gelijktijdig konden werken.
kadasterkaart uit 1811-1832 (ca 1818 ?) kadasterkaart uit 1843 Metselwerk Het metselwerk aan de voor- en achterkant van de aanbouw toont verschillen: - Aan de kant van de Leuhof (voorkant) heeft de gevelrand
vlechtingen om de dakrand af te werken, de gevel aan de kant van het waterrad
(achterkant) heeft dat niet. Vlechtingen zijn
gemetselde driehoeken die in het muurwerk steken. - Alleen de voorkant is in de
stijl van het molenhuis opgemetseld: er is een kwartsteen in de laag halve
stenen aangebracht om de stenen ten opzichte van elkaar te laten verspringen
(zie de pagina ‘Gebouw’). - Aan beide kanten zijn
veldbrandstenen gebruikt, stenen die ter plekke of in de buurt gebakken zijn,
maar de brikken zijn uit verschillende partijen afkomstig, de achterkant
heeft stenen met meer geel.
Een aardig aspect zijn de
muurankers. Aan weerszijden van de rollaag boven de deur zijn twee rechte
ankers aangebracht, versierd met kruisen. Deze ankers zijn ook gebruikt bij
de Leuhof die eveneens in het begin van de 19e eeuw gebouwd is. Maar er zijn
ook ankers bevestigd van het type dat gebruikt is bij de bouw van het
molenhuis in 1773, deze ankers eindigen in een open hartje. Er zijn dus zowel
‘oude’ als ‘nieuwe’ muurankers op de aanbouw gebruikt. Op de voorgevel van het
molenhuis ontbrak in 1852 het cijfer één in het jaartal dat gevormd wordt
door het oude type muurankers. Later is een nieuw anker gebruikt om de één te
vervangen, een anker dat sterk lijkt op het nieuwe type, maar slechts één
kruis als versiering heeft. Aanpassingen Aan beide zijden zijn later
veranderingen doorgevoerd. Aan de voorkant is een luchtgat dichtgemetseld en
een luik met luchtgat aangebracht. De achterkant van de aanbouw is voor een
groot gedeelte uitgebroken geweest en weer opgemetseld met dezelfde
fabriekssteen die gebruikt is voor de herbouw van de zijgevel van het
molenhuis. Op foto’s uit de twintiger jaren is het litteken in de muur al te
zien. verschillende soorten muurankers aan de voorgevel van de aanbouw
veldbrandsteen en fabriekssteen en de scheidslijn tussen aanbouw en molenhuis in de achtergevel van de aanbouw Huidige functie Archiefonderzoek kan mogelijk verhelderen wat de geschiedenis van de aanbouw is geweest. Nu wordt de ruimte gebruikt als informatieruimte en is er een tentoonstelling ingericht over de cultuurhistorie van het Leudal. vleermuis- en knaagdierwering |