Luiwerk Het luiwerk Gaffelwiel, gaffelreep, luias, luitouw De zakken graan worden met het luiwerk naar de steenzolder gehesen. Bovenin de molen is de luias bevestigd met daarop een gaffelwiel, tussen de gaffels loopt een dik touw, het gaffeltouw of de gaffelreep. Het is een doorlopend touw, een omloopttouw, een touw zonder eind dat hangt tot op de benedenverdieping. Als aan dit touw getrokken wordt, draait de luias en windt het luitouw zich om de luias. De zak graan die aan het luitouw bevestigd is wordt zo omhoog getrokken.
Luien, lui Er bestaan twee verklaringen voor het woord luiwerk. Het woord komt mogelijk van de ‘luiende’ beweging (van klokken luiden) die de molenaar maakt als hij een zak omhoog takelt, of van te lui zijn om de zakken graan naar boven te sjouwen.
Muldertje De graanzak wordt vastgehouden door het muldertje, een stukje hout met twee gaten waar het luitouw doorheen steekt.
|