Sluiswerk
Sluiswerk Stuwen en lossen
Het molenpeil is de waterhoogte tot waar gestuwd mag worden. Komt het water hoger dan moet ‘gelost’ worden. Dat kan door het sluiswerk zo te bouwen dat het water boven molenpeil wegloopt of door de blokkering, de stuw open te zetten.
Overloop
Het sluiswerk van de Leumolen heeft vier schuiven (schotten). De twee schuiven voor de lossluis hebben als ze dicht zijn een hoogte van ca 15 cm onder het molenpeil, als het water hoger komt, zal het over de schotten heen stromen. De schuiven voor de visvang en de maalsluis staan afgesteld op een 10 cm boven molenpeil.
het water stroomt over de losschuiven
de losschuiven zijn getrokken
Overlaat
Als het water tot molenpeil stijgt, zal het zijn weg
vinden over de twee losschuiven. Maar na hevige regenval is de overloop
onvoldoende om het waterpeil in de stuw op niveau te houden en moeten de
losschuiven open om het water ruim baan te geven. Bij
de watermolen ligt ook een overlaat, een aftakking of bypass in de molenbeek.
Bij piekaanvoer van water kan de overlaat gebruikt worden om het overtollige
water om de molen heen te leiden. 14 November 2010: beide losschuiven zijn sinds de
vorige dag getrokken, toch staat het water 45 cm boven molenpeil, het zou in de avond nog stijgen tot + 50 cm. In
Limburg viel een record-hoeveelheid regen sinds 1957, op sommige plekken viel 80-90 mm in 48 uur. Bij een hoge waterstand van de
beek staat ook achter de sluizen het water hoger dan nomaal. Het waterrad
staat dan dieper in het water (er is ‘hoog achterwater’) wat draaien
moeilijker maakt. Het kan bij te hoog achterwater zelfs onmogelijk worden nog
te draaien. Hoog achterwater levert bij het
draaien van het rad een mooi waterballet op zoals de volgende beelden tonen:
Restauratie
Najaar 2006 is groot onderhoud gepleegd aan het sluiswerk
van de Leumolen. De staanders, de palen waartussen de losschuiven getrokken /
neergelaten worden, zijn vervangen. Het overig houtwerk heeft een opknapbeurt
gehad en de heugel bij de maalsluis werd aangebracht. Drie schuiven worden nog steeds omhoog gedraaid door middel van
windwerken, assen met houten haspels en kettingen, de schuif voor de
maalsluis wordt met behulp van een heugel bediend. In de zomer van 2012 is
het sluiswerk opnieuw gevoegd. windwerk met haspels om de lossluizen
te trekken met een heugel wordt de maalsluis
bediend
1942 Foto: uit het archief van de familie van de Laar
Het sluiswerk in 1856. Er zijn vijf schuiven, een schuif voor de maalsluis, een schuif voor de visvang en drie schuiven voor de lossluis (in de huidige situatie twee). De maalsluis wordt bediend met behulp van een haal.
|