het Leudal in kaart

De kaart is mogelijk uit het midden van de 18e eeuw
want hij lijkt in sommige opzichten op de kaart van Vaugondy uit 1754 (zie later). Er zijn watermolens ingetekend: de watermolen van Heythuysen staat er, de St. Elisabethsmolen bij het klooster en de Hammermolen van Neer, de laatste is de enige die
met name genoemd wordt. Rechtsboven is net een volgende watermolen
stroomafwaarts te zien: de Friedesse molen.
Tussen de Elisabethsmolen en de Hammermolen is, op het punt waar de huidige Leubeek
samenvloeit met de Haelense beek, een andere watermolen ingetekend. Het zou
een watermolen kunnen zijn die bij Ghoer (Neyenghoor) hoorde, want bij de
herinrichting van de Haelense beek in 2001 zijn restanten van een volmolen
aangetroffen uit de 15e-16e eeuw (mond.mededeling
Jos Hanssen). Maar op deze latere kaart gaat het vermoedelijk om de Leumolen
die enigszins ‘misplaatst’ is (te ver naar het oosten gesitueerd). Het water
waar deze molens aan (op) liggen heet Neer R.
(Neer rivière).
In de buurt van het kasteel Alt Ghoer (Aldenghoor) op de
huidige Haelense beek staat de Vogelmolen. De
Vogelmolen is gebouwd in de buurtschap
Overhaelen bij de Vogelshof, daar heeft de molen haar naam aan ontleend. De
molen zou in 1778 verplaatst zijn naar het kasteel Aldenghoor. Verder is op
de kaart in woord en beeld aangegeven dat S. Elisabeth een klooster is.
Onderstaand is chronologisch een aantal kaartfragmenten
met het Leudal uit de 16e, 17e en 18e eeuw
weergegeven, op de laatste kaart staat dan toch: de Leumolen
16e eeuw

Een kaart toegeschreven aan
Jacob van Deventer, vermoedelijk van rond 1550. Jacobus van Deventer was
in de 16de eeuw keizerlijk en koninklijk geograaf en cartograaf. Hij
tekende in opdracht van keizer Karel V en koning Philips II van Spanje de
Nederlandse vestingsteden Hij was een van de eerste cartografen die
Nederland in kaart heeft gebracht.
Ten zuiden van Haelen is een
galgenveld. Daar niet ver vandaan, richting Horn staat een standaardmolen,
watermolens zijn niet ingetekend. Het klooster S Elizabeth is aangegeven en
zou door kunnen gaan voor een plaats.
|

|
Een detail uit een kaart van een in 1573 in Brussel uitgegeven
Atlas getekend door Christian Sgroten (1525-1603?), cartograaf in dienst van
Philips II, koning van Spanje en regent van het Habsburg-Burgondisch huis
in de Nederlanden. Vanwege de oorlog, die tachtig jaar zou gaan duren, waren goede kaarten erg belangrijk. Het
kruis op S. Elizabeth, geeft duidelijk aan dat het om een klooster gaat.
|
17e eeuw

|
Pieter van den Keere (Petrus Kaerius) maakte een Atlas
van de Nederlanden (1617-22), en bovenstaande afbeelding geeft
een detail. In het dialect van de regio heette het klooster St. Elisabethsdal
‘Sint Elseben’ of ‘Elsebeen’, en zo staat het op deze kaart. Het klooster
is in de weergave niet te onderscheiden van de dorpen.
|

|
Uit de Atlas "Europa Germania Germania Inferior van
Willem Janszoon Blaeu (1571-1638), een kaart van 1635.
Op de kaart staat zowel Elsebeen als plaats, als S. Elisabeth als klooster,
een gevolg van het kopiëren of als voorbeeld nemen van oude kaarten.
|

|
Een kaart gepubliceerd door vader (1618-1679) of zoon
(1649-1702) Nicolaas Visscher, 17e eeuw. Het klooster is, volkomen uit de
fantasie ontsproten, weergegeven als twee plaatsen met bebouwing en al:
Elsebeen en St. Elisabeth. Het klooster heeft veel hinder ondervonden van
deze dwaling: Op grond van dit soort kaarten kregen begin 18e eeuw doortrekkende
legereenheden opdracht zich in te kwartieren in deze ‘plaatsen’. Het
klooster kreeg honderden militairen aan de poort die wilden eten, drinken
en overnachten. De Spaanse Successieoorlog van 1702-1713 joeg het klooster
op hoge kosten (zie Paul Mols, Rondom het Leudal 2001).
De (Uffelse) beek tussen Hunsel en Gratem heet op de
kaart Goer Beek
|

|
Juliacensis et Montensis
Ducatus/ De Hertoghdommen Gulick en Bergh, Amsterdam, 1645. Zoals op de meeste kaarten krijgen beken op deze
kaart geen namen mee.
|


|
Twee kaartfragmenten uit dezelfde bron: De Vyerighe
Colom van Jacob Aertsz. Colom (1599-1673); er zijn vier atlasuitgaven van
bekend: 1635,
1636,
ca. 1650
en ca. 1660.
Het tweede fragment geeft een naam aan de Leubeek: Bree fl. (Bree flüsse), naar de plaats Breey
(Bree, België) waar de stroom volgens de kaart begint.
|
|
Kaart van onbekende datum. De Leubeek ontspringt voorbij
Brey in België en heet daar Ghoor beeck, evenals de tak die nu de Haelense
beek heet.
|

Oppergelder 1662 (Blaeu, Tetrarchia Ducatus Gelriae.
Detailkaart Ruraemundensis). Op de kaart staan aan de oostkant van de Maas
watermolens ingetekend: vier bij Roermond, twee bij Swalmen. Watermolens in
het Leudal zijn niet in kaart gebracht.
|
18e eeuw

Robert de Vaugondy, Liège et Limbourg, 1754.
De Vaugondy (1688-1766) was geograaf van beroep en maakte kaarten
in opdracht van de Franse koning Lodewijk XV. Op de kaart staan watermolens
ingetekend. De Leubeek heet op deze kaart Ghoer R (Ghoer rivière,
Ghoorbeek).
|

Graaf
Ferraris gaf opdracht om de Oostenrijkse Nederlanden in kaart te brengen;
de kaarten werden vervaardigd tussen 1771 en 1778. Het is de eerste kaart
waarop zeker de Leumolen (Loyer
Molen) ingetekend is. Links het klooster St. Elisabethsdal met pesthuisje,
Kloosterhof en watermolen, rechts de Leumolen met boerderij. Bij de
Leumolen staat nummer 23, bij het klooster nummer 20, de nummers geven aan
tot welke parochie ze behoren, resp. Nunum en Heythusen.
|
Site Leumolen
|